maandag 12 december 2011

Donaties maken meer pluralisme mogelijk


In de onderbouwing van zijn stelling “subsidies zijn democratischer dan donaties” (De Standaard, 12 december 011) verwart economieprofessor Bart Van Looy wat ons betreft economische begrippen als ‘rendabel’ en ‘meer opbrengsten’ met het bij uitstek politieke begrip ‘democratisch’. Wat meer opbrengt is daarom nog niet democratischer en vice versa. Het feit dat de professor de  bevindingen van zijn studie bekend maakt in het kader van een studiedag van de koepelvereniging van de podiumkunsten, laat uitschijnen dat die kadert in een lobby-actie om besparingen in de cultuursector te beperken en/of de subsidies voor podiumkunsten te verhogen.

Dat is een legitiem doel, maar laat ons de discussies zuiver houden.

Het kan best zijn dat er op macro schaal weinig verschillen bestaan tussen het subsidiemodel enerzijds en het meer liberale model anderzijds. Maar op microniveau vind je in beide modellen wel cultuurorganisaties die het beter of minder goed doen op het vlak van inkomstenverwerving. Dat zegt vaak meer over de professionaliteit van de betrokken organisatie, dan dat het iets zegt over het financieringsmodel waarbinnen de organisatie opereert.

Want laat ons eerlijk zijn: er bestaan inderdaad organisaties die lui aan het subsidie-infuus hangen en hun maatschappelijke meerwaarde te weinig zelfkritisch bekijken. Maar net zo goed heb je dat met organisaties die aan het sponsoringinfuus hangen of giften-verslaafd zijn...
Ongeacht de vorm van financiering maakt te veel zekerheid rond financiering organisaties weleens minder alert bij gebrek aan ‘burning platform’, de dringende noodzaak om het eigen functioneren in vraag te stellen. Maar dat fenomeen doet zich voor in beide financieringmodellen.

De bewering dat in Angelsaksische fondsenwerving enkel een klein elitegroepje van gefortuneerden geeft en daardoor minder democratisch zou zijn dan ons systeem van adviesraden allerhande, is bovendien wel heel erg kort door de bocht geredeneerd.

Ten eerste, Angelsaksische fondsenwerving steunt op een mix van twee methodieken: "much from few" and "little from many". Ook mensen zoals u en wij worden dus aangesproken en overtuigd dat een bepaald cultureel project de moeite waard is om er onze (soms relatief kleine) gift aan te geven.

Ten tweede, over hoe democratisch en transparant de beslissingen in onze adviesraden gebeurt - kan wellicht een aardig boompje opgezet worden.  De realiteit is in elk geval dat ook hun budgetten beperkt zijn en ook zij dus harde keuzes moeten maken. Lobbying, ons-kent-ons en persoonlijke banden tussen decisionmakers spelen daarbij een rol, zij het op het niveau van de beslissing van de adviesraad, of bij het samenstellen van de adviesraad of bij de uitwerking van
subsidiereglementen in kabinetten of parlementen. Democratie zal altijd wel een beetje relatief blijven …

Wat het Angelsaksische fondsenwervingmodel democratisch waardevol maakt, is dat de beslissing wie geld krijgt gedecentraliseerd is: elke mecenas (klein of groot) maakt zijn eigen beslissing. Er is niet één centrale raad van mecenassen die beslist hoe het geld wordt ingezet. Ieder werkt individueel, en elk maakt keuzes op basis van eigen passies. Hierdoor maakt elke organisatie kans middelen te krijgen.

De werking van adviesraden daarentegen, is zeer gecentraliseerd: alle geven wordt door een en dezelfde besluitvormingprocedure geperst: wie daar niet in past valt uit de boot.

En laat pluralisme in financiering juist in de culturele sector zo belangrijk zijn, omdat de meningen over wat waardevolle kunst/cultuur is zo verschillend zijn. Wat de ene mooi of waardevol vindt, vindt de andere absoluut niet te doen. Decentralisatie van de toewijzing van financiering (elke schenker maakt zijn keuze, elke organisatie kan bij een reeks schenkers proberen) is daar een goed antwoord op.

Kortom, beide financieringmodellen hebben hun voor- en nadelen. Wat een model democratisch maakt, is het pluralisme in financieringmechanismen: zowel overheidssubsidies als private giften. Het is precies die mix aan financiering die in de continentale West-Europese financiering vaak ontbreekt, waardoor organisaties afhankelijker worden. Maar dit is en blijft een fundamenteel ideologisch debat over de rolverdeling tussen staat en civil society.

Ilja De Coster & Koen Van den Broeck

vrijdag 25 november 2011

Ngo’s en Tahrirplein, Indignado’s en Occupy Wall Street – welke link zie je?


Tijdens Occupy Wall Street vroeg een journalist van de Herald Tribune aan een protesteerder die van de andere kant van de States overgevlogen was naar New York: “Waarom kom jij van zo ver naar hier om op straat te protesteren? Je had toch net zo goed op facebook je steun kunnen betuigen?” 
Waarop de jongeman antwoorde:” Yes, but here I actually AM with people, I can connect with them for the same cause. When I am on facebook, I sit alone.”

Je kan je inderdaad afvragen, waarom iemand bereid is geld uit te geven aan een vliegtuigticket, om dan dagenlang als een clochard op straat leven, terwijl hij even krachtig zijn stem kan laten horen via zijn computer….? Op dit moment heeft Occupy Wall Street meer dan 333.000 ‘likers’ op facebook.

Misschien toch niet zo krachtig…
Wat die man op Wall Street eigenlijk zei, was: Als we iets willen aanklagen en veranderen, dan moeten we het een gezicht geven. En zichtbaar aanwezig zijn, daar waar diegenen die werkelijk impact hebben ook zijn. Daar waar zij ons niet kunnen negeren. Vinden we dat de maatschappij dolgedraaid is door obsessief winstbejag? En willen we dat een halt toe roepen? Dan trekken we naar Wall Street! Met in ons kielzog de hele media.

Van intentie tot maatschappelijke verandering
Facebook is een geweldig mobiliserend medium. Maar een groep leuk vinden of vriend worden betekent niets, zolang het daarbij blijft.

Pas toen mensen werkelijk op het Tahrirplein toestroomden en drie weken bleven, in Spanje de pleinen een week en langer bezetten en uit alle uithoeken van de VS mensen in Wall Street kwamen protesteren, kreeg maatschappelijke verandering een kans: met elke persoon die er bij kwam, kregen dictatuur of financiële crisis een gezicht en betekenis. Ze kwamen elk met hun eigen verhaal van onderdrukking, verdwenen geliefden, verloren werk en huizen,… 

Daarom konden media en politiek hen niet langer negeren. Want er ‘leefde iets onder de bevolking'. En dat recht onder de neus van hen die de beslissingen nemen.

Wat heeft dat met mijn ngo te maken?
Net zoals die mensen op de pleinen wil je met je organisatie maatschappelijk iets veranderen. En dat kan alleen als je ‘bongenoten’ vindt, mensen die dat samen met je organisatie willen waarmaken: vrijwilligers, schenkers, politiekers, Jan met de pet,…. En die moet je weten te vinden en te overtuigen van je zaak.

Dat betekent dat je gaat uitkijken WAAR zij die je wil beïnvloeden, zijn. En hier zit de parallel met de protesteerders: Je stapt naar hen toe, zegt in verstaanbare woorden waar het op staat, op een manier dat ze je niet kunnen negeren.

De kracht zit hem hierin: de oproep om een plein te bezetten tegen onderdrukking of een door winstbejag dolgedraaide maatschappij, beantwoorde elke keer aan een maatschappelijke behoefte. Eén die individuele mensen massaal voelen en delen. Net zoals honger en armoede de wereld uit krijgen.

Waar zij op dat moment het minst van wakker liggen, is : welke organisatie zit hierachter? 

Daarom: zorg als ngo dat je een visie en missie hebt waarbij maatschappelijke verandering vertrekt vanuit een duidelijke maatschappelijke behoefte: Wat levert het je, mij en anderen op als we samen armoede kunnen bestrijden? 

Stap naar schenkers, vrijwilligers, Jan met de pet, journalisten, politiekers, bedrijfsleiders, andere organisaties,…. toe en toon hen hoe zij onderdeel kunnen zijn van je ‘community’. 
Zo kom je automatisch bij een sterke communicatiestrategie uit.

woensdag 16 november 2011

Verstraeten zet Francken mat

Schitterend staaltje interviewen door Lieven Verstraeten in Terzake op Canvas (16 november 011). En schitterend staaltje van zich interviewgewijs in de luren te laten leggen van Theo Francken (parlementslid NV-A). Zelden iemand zo snel rood zien worden op TV ... Nochtans kondigt Verstraeten in de inleiding zijn komende dolkstoot al aan. Vanaf minuut 3'36:


Wat had Francken moeten doen?

De Morgen, niet geschikt voor oudere lezers

Michel Vandersmissen, journalist bij de Morgen, trok op reportage naar Zenith, beurs voor actieve senioren. Vandersmissen is blijkbaar ook een vijftiger, maar voelt zich niet zo. Of wil zich zo niet voelen. In elk geval, hoog heeft hij het niet op met de beurs én haar bezoekers. Dat blijkt wel uit het toontje dat hij in zijn artikel aanslaat. Maar de beurs bestaat al 17 jaar en trekt zo'n 35.000 bezoekers. Misschien verdient dat toch wel enig respect? Of lezen 50+ers De Morgen niet?

woensdag 9 november 2011

Twitter, PR- of journalistenmedium?

In De Morgen van 8 november een verhaal van een Amerikaanse journalist die via Twitter live verslag uitbrengt van de razzia op een bordeel in Cambodja. Wordt daarbij door meer dan 1 miljoen lezers gevolgd. Prima exposure voor de journalist. Onlangs ook verhaal van Brits journalist die Twitter inschakelde bij nieuwsgaring en verslaggeving over de rellen in Londen in de zomer. In die zin lijkt Twitter vooral een extra kanaal voor journalisten.
Aan de andere kant zie ik vooral politici-tweets door journalisten opgepikt worden. Maar is Twitter voor pakweg 11.11.11 of Amnesty International een medium om hun boodschap tot bij de pers te brengen? Ik zie het niet zo onmiddelijk.

vrijdag 14 oktober 2011

Keeping your donors – hoe gaat dat?



Keeping your donors, hoe gaat dat? Daarover ging de tweedaagse masterclass die EthiCom deze week organiseerde in Brussel. Referenten Simone Joyaux en Tom Ahern schudden hevig aan de boom en gaven menig fondsenwerver heel wat stof om over na te denken.

De 4 essentiële relaties
Simone had het over de 4 relaties die van fundamenteel belang zijn voor elke non-profit organisatie: intern, de gemeenschap rondom, de schenkers, de vrijwilligers. Wil je fondsenwerving op een hoger niveau tillen in je organisatie, breng dan deze vier relaties in kaart. En plaats jezelf te midden van deze relaties. Klopt, dachten wij!

Weg uit het donkere hoekje
Want is de job van een fondsenwerver vandaag niet vaak en zeer eenzaam beroep? Ergens in een hoekje cijfers moeten behalen die je out of the blue voorgeschoteld krijgt?  En op de raad van bestuur mag je alleen verschijnen wanneer je op het matje geroepen wordt. Terwijl de anderen in je organisatie bezig zijn met ‘inhoudelijk’ werk en jouw veel te emotionele bedelbrieven hekelen. Maar ja, het geld moet van ergens komen….

Systeemdenken
Keer het tij zelf, was Simone haar oproep aan de aanwezige fondswervers. Met als insteek het systeemdenken. Dat zegt dat in een systeem (bv. je organisatie) alles en iedereen zijn plaats heeft en met elkaar verbonden is. Hier komt Simone met de 4 essentiële relaties op de proppen. En zegt: verbind ze en doe er iets mee. Zo bekeken, krijgt fondsenwerving, krijgen schenkers, een heel nieuwe betekenis voor je management, je collega’s. En welke rol kan je raad van bestuur spelen? Door zelf al deze verbindingen te maken geef je jezelf als fondsenwerver en strategische plaats in de organisatie.

Hou werkelijk van hen
Met die insteek was dan ook Tom’s  boodschap op dag twee te begrijpen: “Overstelp je schenker met liefde en het geld zal binnen stromen”. Op z’n Amerikaans geformuleerd en voor ons vertaald betekent dat zo veel als: Kijk naar elke schenker als iemand die onmisbaar is voor je organisatie, die via zijn/haar gift uiting geeft aan zijn/haar waarden en van daaruit iets wil veranderen in deze wereld. Spreek hem/haar zo aan. Als een schenker dat voelt geeft hij/zij graag. Niet één keer, maar elke keer opnieuw. Zolang je erin slaagt die relatie te onderhouden. Anders gezegd: de kracht van positieve communicatie!

Authentiek
Maar wordt het dan niet allemaal te emotioneel? Geefmotivaties, waarden zijn pure emotie, zo luidt Tom zijn antwoord. De enige rationele overweging die iemand misschien maakt, gaat over het bedrag dat hij/zij wil of kan geven. Volgens Tom kan het nooit té emotioneel worden. Zolang je basisintentie klopt: dat je de schenker echt graag ziet als een onmisbaar iemand voor de organisatie. En niet als een geldautomaat die je morgen zomaar door een andere geldautomaat kan vervangen.

Emotie is geen manipulatie
Dat heeft volgens Tom niets te maken met emotionele manipulatie. Het is puur een verhaal van gedeelde waarden en motivaties. Eén dat uitmondt in welk onrecht je allebei de wereld uit wil helpen. Benoem dat. Honger, leven met een handicap, gelijke rechten voor mannen en vrouwen, dierenwelzijn…. Wat is dat? Hoe ziet het eruit? Hoe voelt dat? Voor wie? En hoe voelt het als het weg is? Wat komt er in de plaats? Vertel aan je schenker hoe je dat samen kan waarmaken: hij/zij als schenker samen met jou en je collega’s in je organisatie.

Gun hen hun plaats
En als je het echt meent, zo sloot Tom zijn betoog af, doe dat dan op een geïntegreerde manier. Niet alleen met af en toe een overschrijvingsformulier. Laat de schenker voelen dat je waardeert wat hij doet, en dat hij echt een onderdeel is van het werk van je organisatie. Bedank hem en gun hem zijn plaats. Bij elk contactmoment: via persoonlijke brieven, op de website, via nieuwsbrieven,… geef hem/haar een prominente plaats.

Geen tijd? Probeer dit alvast: bel elke dag één schenker om dank u te zeggen en vraag of je nog iets voor hem kan doen….. En kijk wat er gebeurt.

Katleen Vandriessche


Spreek met je publiek

Gisteren Wouter van Besien in Terzake op Canvas. Groen! uit regeringsonderhandelingen geschopt. Beetje sneu. Wouter verdedigt zijn zaak wel goed. Maar wat ik mis als zo'n politieker zich zit te verdedigen in een TV-studio: een appél aan het publiek. Heel het discours is zo vanuit de partijlogica gedacht, terwijl het toch om de kiezer, de burger zou moeten draaien. Wat mis ik als kiezer doordat Groen! er niet meer bij is, dat wil ik horen.

zaterdag 8 oktober 2011

Lichtheid van journalistiek

In De Morgen van 6 oktober een artikel van Sue Somers in het kader van de splitsing van het gerechtelijk arondissement BHV. Titel: "Brussels advocaat: Voor een Vlaamse rechter pleit ik anders". De mening en ervaringen van één advocaat in Brussel over omgaan met Vlaamstalige en Franstalige rechters en rechtbanken. Wat is de waarde van zo'n artikel en wat probeert de journalist aan te tonen? Is er werkelijk een verschil tussen 'Vlaamse' en 'Franstalige' rechtspraak? Als illustratie bij een meer onderbouwd artikel over die verschillen, zou ik zo'n persoonlijk verhaal kunnen begrijpen. Maar op zichzelf, betekent het niets.

woensdag 28 september 2011

Elk slachtoffer een persattaché


Herneming van een opinie van Saturday, February 02, 2008, n.a.v. artikel in De Standaard: Politie helpt slachtoffers met media omgaan


Het initiatief van een aantal slachtofferorganisaties om een handleiding ‘Omgaan met de pers’ te publiceren (DSOnline 29/01/08), is een prachtig en noodzakelijk initiatief. Eigenlijk is het verwonderlijk dat dit nog niet eerder gebeurde. Bovendien mag er wat mij betreft nog een stap verder gezet worden: voor elk slachtoffer een persattaché!

Je zal inderdaad maar slachtoffer zijn van een ongeval of misdaad in onze gemediatiseerde wereld. Journalisten van allerlei slag proberen je op gepaste en ongepaste manier voor hun kar te spannen. Enerzijds zoeken zij terecht naar objectieve informatie en tonen oprechte bezorgdheid voor het wel en wee van het slachtoffer. Maar in vele gevallen komt het er toch op aan ‘sensationele’ kopij te vergaren die van krant of tijdschrift een breed verkoopbaar product moet maken.

Slachtoffers zijn per definitie altijd ‘onervaren’. Ook al zijn de media intussen sterk gedemocratiseerd, toch is de doorsnee burger niet op de hoogte van de werkmethoden en vereisten van journalisten. Die bovendien door hun chefs onder druk worden gezet om ‘sterke verhalen’ aan te brengen. Laat staan dat we ons voldoende rekenschap geven van de impact die een krantenbericht of een televisie-interview heeft, op onszelf en op onze omgeving. Een voorlichtingsbrochure is in die zin een mooi initiatief, maar zal iemand ze ter beschikking hebben, laat staan lezen op het moment dat hij of zij effectief slachtoffer wordt?

Dat slachtoffers recht hebben op juridische en psychologische bijstand is intussen algemeen aanvaard. Maar wordt het niet stilaan tijd dat we ons ook realiseren dat een slachtoffer vandaag ook best toegang krijgt tot een ‘mediaconsulent’. Die kan enerzijds een buffer vormen tussen slachtoffer en media die met heel wat pertinente en impertinente vragen staan te dringen. Anderzijds kan hij een slachtoffer begeleiden in het selecteren van gepaste en ongepaste vragen, het formuleren van antwoorden waar men later geen spijt van heeft, het vastleggen van werkprocedures en het uitstippelen van een strategie om de pers deel te laten zijn van een oplossing eerder dan een extra probleem.

maandag 12 september 2011

Van 't weekend gezien in Het Laatste Nieuws op pagina 2. Een wat confronterende foto van Caroline Genez, bij een artikel over de regeringsonderhandelingen. Carolines buikje komt er weinig flateus uit (niet dat ze zich daarover hoeft te schamen, overigens). Vraag is wat de relevantie en bedoeling van zo'n fotokeuze is? Wil de redactie hier 'objectief' berichten of toch even de draak steken met iemand die zich aan het uitsloven is om het land een deftige regering te bezorgen? Zouden de journalisten van HLN ook graag op deze manier in een medium geportreteerd worden?

donderdag 5 mei 2011

Uitzendingen door derden


Luc Van Den Brande wil uitzendingen door derden prominentere plaats in uitzendschema VRT geven. Allemaal goed en wel, maar dan mogen die Derden toch dringend eens beginnen te schaven aan de professionaliteit van hun redactie en presentatieploegen. Na een paar deccenia radio-maken hebben die blijkbaar nog steeds niet begrepen hoe het medium werkt en wat het nodig heeft qua stemmen en teksten. Hoorde laatst nog een uitzending van de Gezinsbond. Vlakker een tekst voorlezen is quasi onmogelijk ...

dinsdag 25 januari 2011

Facebookrebellen


In De Morgen van vandaag (25 januari 2011) een groot stuk over de 'facebookrebellen with a cause', de nieuwe generatie jongeren die betogingen organiseren omdat er nog geen regering is na meer dan 200 dagen, die via slimme TV-programma's belspelletjes laten verbieden etc.
Toch wat bedenkingen. In hoeverre speelt het facebookverhaal een doorslaggevende rol bij bijv. de mobilisatie voor de betoging van afgelopen zondag? In een nieuwsreportage zag ik Felix de Clercq ijverig de cafés intrekken en mensen persoonlijk gaan aanspreken en overtuigen om mee te komen doen. En de traditionele media hebben dagenlang aandacht geschonken aan de komende betoging. Ook dat heeft zeker een stevige invloed gehad.

Een ander element in het artikel gaat over de generatie twintigers die er van uitgaat dat jongeren vandaag geëngageerder zijn dan pakweg 10 jaar terug. Maar zou het kunnen dat zij zichzelf gewoon vergelijken met zichzelf, maar 10 jaar jonger? ik bedoel, misschien heeft dat toenemende engagement meer te maken met de levensfase waarin je zit: als twintiger, bijna of net nieuw op de arbeidsmarkt, wordt je automatisch meer geconfronteerd met de scherpe kantjes van de samenleving, waar je als tiener nog rustig afstand kan van nemen. De confrontatie leidt wellicht ook tot meer engagement.

Christophe Scheire van de Neveneffecten heeft het in het artikel over 'vooruitgangsoptimisme'. En dat lijkt me wel erg belangrijk. Eigenlijk is er geen enkele reden om aan te nemen dat de volgende generaties het slechter zullen hebben dan de huidige generatie van volwassenen. In de jaren '80 was he took geen pretje om op de arbeidsmarkt te komen. Maar elke generatie moet daar natuurlijk ook zelf werk van maken, met de hulpmiddelen die haar ter beschikking staan, en die zijn vandaag toch niet gering. Bovendien liggen er heel wat opportuniteiten voor de toekomst open met het openbreken van de groene economie. Neen, jongeren hebben er alle belang bij optimistisch te zijn en er vanuit dat optimisme tegenaan te gaan om huun eigen geluk te maken ...