maandag 20 december 2010

Media worden campaigners: opportunisten of wereldverbeteraars?


Met het ondertekenen van een 'intentieverklaring' door de telecomoperatoren, sloot gisteren het Radio 1 programma Peeters & Pichal zijn succesvolle campagne "Neem 's op" af. Vandaag start Music for Life van StuBru in Antwerpen.
Media worden campaigners en geven heel wat ngo's en middenveldorganisaties het nakijken als het op efficiënt campagnevoeren aankomt.

Consumentenprogrammas zijn van alle tijden. Ze gaan achter malafide diensten- en productenleveranciers aan en proberen genoegdoening af te dwingen voor gedupeerde consumenten.

Peeters & Pichal tilt met "Neem 's op" het genre naar een hoger niveau, door de grenzen van het format en het medium zelf te doorbreken. Ze voeren een echte campagne, niet alleen via hun eigen medium en binnen de hen toegekende zendtijd. Ze gooien alle wapens van een goede campaigner in de strijd: affiches, vliegtuigen met spandoeken, radio- en tv-spots, politieke lobbying tot en met betogingen toe! Schitterend en zelden gezien! Weinig echte campagneorganisaties die het hen met eenzelfde efficiëntie nadoen.

Als pleitbezorgers van geængageerde media, juichen we dit fenomeen toe: media die hun maatschappelijke rol opnemen en hun gewicht in de weegschaal gooien om wantoestanden aan te klagen en te veranderen.

Maar ... hoe zuiver is dit allemaal?

Zowel bij Music for Life als bij "Neem 's op", kunnen we er niet omheen dat het marketingaspect minstens even prominent aanwezig is als het maatschappelijke aspect: in een steeds competitiever wordend medialandschap trachten Radio1 en StuBru luisteraars te winnen met uiterst zichtbare en voor het grote publiek sympathieke campagnes. Het inhoudelijke verhaal is wellicht welgemeend, maar is het ook de échte motor?

Laat ons wel wezen, hoe groot de ergernis van vele Belgen ook is over de lange wachttijden bij de callcentres, wat is de relevantie in verhouding tot bijvoorbeeld de problematiek van armoede in Belgiæ? Honderden organisaties hebben 2010 het Europees Jaar van de Strijd tegen Armoede aangegrepen aan om het thema op de agenda te plaatsen en op politieke oplossingen aan te dringen. Maar hebben zij dezelfde impact kunnen genereren als wat Peeters & Pichal nu teweeg brengen rond callcentres?

De vraag is dus: Wie heeft überhaupt beslist dat callcentres een zo belangrijk onderwerp zijn dat de inzet van zoveel middelen rechtvaardigt?

Met Music for Life haalt StuBru toch vele miljoenen op om weeskindjes in Afrika een betere toekomst te bezorgen, zal u wellicht opwerpen?
Inderdaad, maar welke plaats krijgen de inhoudelijke thematiek en het Rode Kruis als hulpverleningsorganisatie in deze campagne?
Werkt het Rode Kruis samen met StuBru aan een oplossing van de problematiek van aids-weeskinderen ? Of gebruikt StuBru het Rode Kruis om zichzelf als radiozender op de kaart te zetten en schuift het en passant wat euros naar het Rode Kruis door ?

Waarom zegt de redactie van Peeters en Pichal niet tegen Test Aankoop: "Luister, wij zien hier een problematiek, waar jullie volgens ons eens dringend werk moeten van maken en voor gelegitimeerd zijn. Als jullie het oppakken, willen we hier graag mediapartner in zijn, maar jullie zijn het uithangbord"?
Maar net het omgekeerde gebeurt: de media beschermen vooral hun eigen branding.

Daarmee komen we bij een volgende vraag: we hebben een openbare omroep, gefinancierd met publieke middelen, die een bepaalde opdracht heeft, nl. het verstrekken van informatie, educatie en ontspanning. Wie heeft bepaald dat die ook actie moet gaan voeren om tot maatschappelijke verandering te komen? En zo ja, wie bepaalt waarvoor er actie zal gevoerd worden? De redactie, het management, de voogdijoverheid?

Bovendien, wanneer ngo's zelf media benaderen om een persbericht gepubliceerd te krijgen, of samen een campagne op zetten, stoten ze al te vaak op antwoorden als "dit verhaal interesseert ons publiek niet", "media zijn geen bondgenoot van de ngo's", wij moeten rendabel zijn", ... In die context is het met lede ogen kijken naar media die zelf "middenveldorganisatietje" gaan spelen.

Sommige middenveldorganisaties trekken daaruit hun conclusies en gaan in de tegenaanval. Zij creëren hun eigen media. MO*-magazine - een initiatief van een vijftal klassieke ngo's - brengt verhalen over ontwikkelingssamenwerking, globalisering en duurzaamheid. De vakbonden investeren in DeWereldMorgen.be. Ze doen dat uit frustratie omdat het voor hen quasi onmogelijk geworden is hun verhaal via de klassieke media aan bod te laten komen.

Als we die beide fenomenen tegenover elkaar zetten, moeten we ons dan niet de vraag stellen of er niet ergens iets scheef groeit in de relatie tussen media en middenveld?

Koen Van den Broeck