Vanavond
organiseert de Laatste Show zijn eigen ‘wafelenbak’ ten voordele van Pakistan.
Zo omschrijven ze het toch zelf. De motivatie is uiteraard de onnoemelijke
ellende die de overstromingen in Pakistan veroorzaken, maar toch ook de hulp –
lees de giften – die maar met mondjesmaat op gang komen. Dat vinden ze bij
Woestijnvis / De laatste Show niet kunnen en dus pakken ze een en ander maar
zelf op. ‘Wie weet motiveert het anderen om ook iets te ondernemen’, aldus de
website van De Laatste Show.
Intussen
heb ik in dit stukje al driemaal ‘De Laatste Show’ – oeps , viermaal – laten
vallen …
Media
en engagement. Het is altijd een beetje een rare verhouding. Wat is de
achterliggende bedoeling? Is er sprake van echte verontwaardiging en medeleven
of weegt het marketingdenken ook hier sterk door? Media zijn vandaag immers
commerciële producten.
Sinds
begin augustus jagen de media de hulporganisaties op iets te ondernemen voor de
getroffen Pakistanen. Commentatoren interpelleerden de NGO’s waarom ze geen
grootschalige actie opzetten, opiniebijdragen moesten verklaren waarom de
bevolking niet geneigd is in de portefeuille te tasten …
De
hulpmachine die zich soms zo razend snel op gang kan trekken, leek nu de kat
uit de boom te kijken … De media leken er zich aan te ergeren. Ze voerden de
druk op. Vanuit welke motieven? Wat was de rol van de nieuwsluwe
vakantieperiode die redacties kopbrekens bezorgt over hoe die grote mediaruimte
te vullen? Op zo’n ogenblik is een ramp een welkome en quasi onuitputtelijke
bron van verhalen waarmee de moeilijke periode zo overbrugd is.
Media
geraken niet ‘zomaar’ geëngageerd. Meestal moeten NGO’s de media danig
aanporren om hen mee te krijgen. Ook vandaag bestaan er vele ‘stille rampen’
waar redacties en programmamakers nauwelijks voor warm te maken zijn. De acute
hongersnood in de Hoorn van Afrika bijvoorbeeld, waar miljoenen een ellendige
dood sterven.
Waarom
engageren media zich in solidariteitsacties? Media worden gemaakt door mensen:
journalisten zijn begaan met de wereld. Ze kijken rond en voelen ook emotie.
Raken verontwaardigd en vragen zich af welke middelen ze kunnen inzetten …
Media,
commerciële producten zijnde, houden ook de vinger aan de pols van hun publiek.
Mensen leven mee, beginnen acties op te zetten en media worden er klankbord
voor.
Tenslotte
moeten media ook verkocht geraken. Cause related marketing – marketingacties
waarbij een win-win situatie gecreëerd wordt tussen een product en een goed
doel - is een manier om de sympathie en de trouw van het lezerspubliek te
winnen en te versterken.
Al
die redenen bij en door elkaar maken dat media hun plaats in het
solidariteitslandschap proberen op te eisen. Ze hebben de mobiliserende kracht
van rampen en ander onheil ontdekt. Solidariteit is een onderdeel van
publieksbinding geworden. In die mate zelfs dat bij de meer ‘mediagenieke’
rampen, genre tsunami, de media het initiatief van langs om meer overnemen van
de NGO’s. Die moeten hollen om mee in de pas te blijven.
Een
ramp dreigt dan al snel entertainment te worden. Dat mogen we niet zomaar laten
gebeuren. Maar tegelijk is het ‘entertainment’ ook dikwijls welgekomen om de
ramp verkocht te krijgen aan de schenkers. Het evenwicht is wankel, maar de
financiële middelen noodzakelijk.
Het
‘humanitaire entertainment’ blijft overigens niet beperkt tot momenten van
grote acute rampspoed. Er bestaan intussen vele voorbeelden hoe media
maatschappelijk engagement in hun formats integreren, zowel voor eigenlijk als
oneigenlijk gebruik overigens: ‘Peeters & Pichal’ die een uitzending laten
vorm geven door allochtonen, VTM programmeert ‘Stille Weldoeners’ - een
programma waarin rijke weldoeners zich onderdompelen in sociale projecten -,
VT4 biedt NGO’s gratis reclamespots, De Standaard organiseert jaarlijks de
‘Standaard solidariteitsprijs’, Studio Brussel zet de hele goegemeente in
beweging met ‘Music for life’ , HLN.be en De Morgen.be vragen met ‘Planet Watch’
aandacht voor de klimaatsverandering, Vijftv laat bekende vrouwen berichten uit
de derde wereld …
(En
à propos, wat doet De Morgen?)
En
toch merken we vandaag dat de media niet almachtig zijn. Gelukkig in vele
gevallen, spijtig in gevallen als de ramp in Pakistan vandaag. Want hoewel de
media snel op de solidariteitskar gesprongen zijn, komt de steun vanuit de
publieke opinie toch niet zo massaal op gang als de hulpverleners – en de media
- graag zouden willen.
Koen Van den Broeck