donderdag 24 november 2016

Donateurs zijn ambetanterikken


Donateurs zijn ambetanterikken 

(Bij de 20ste verjaardag van de Vereniging voor Ethiek in de Fondsenwerving (VEF) , 24 november 2016)



Er is mij gevraagd wat commentaar te geven bij de resultaten van het “onderzoek naar de visie van Belgische schenkers over ethiek in de fondsenwerving”.

Het is wat mij betreft een verdienstelijke poging om donateurs mee inspraak te geven over ethiek maar ze stelt ons als fondsenwervers tegelijk ook wel wat voor problemen. De algemene conclusie is immers duidelijk: de Belgische schenkers hebben geen 'visie' over ethiek in de fondsenwerving. Er zijn zoveel visies als er donateurs zijn ….

Kortom: donateurs zijn ambetanterikken!

Elke donateur heeft zijn eigen ethiek & eigen motivaties, en ethiek lijkt ook tijds en context gebonden te zijn. Wat gisteren ethisch was , hoeft het vandaag niet meer te zijn, en vice versa. 

In deze Sinterklaas periode werd dat net nog mooi geïllustreerd met de 'Zwarte Piet discussie': Twintig jaar geleden bestond er nog geen Zwarte Piet discussie. Vandaag vinden sommige blanke mensen 'Zwarte Piet' een denigrerend symbool, andere blanken vinden het een toffe traditie of fantasie … Sommige zwarte mensen vinden Zwarte Piet denigrerend, andere zwarten vinden het een toffe traditie of fantasie, of , sterker nog, vinden dat blanken die vinden dat 'Zwarte Piet een denigrerend symbool is, betuttelend zijn en dus hun keuzevrijheid aantasten …'.


Bovendien, ligt de donateur eigenlijk wel wakker van ethiek? Uiteindelijk laat ik me vertellen dat er bij de VEF weinig klachten binnen komen. En natuurlijk, in zo'n onderzoek wordt respondenten gevraagd even specifiek na te denken over een aantal zaken, waar ze anders misschien nooit bij stil staan. Ze geven beredeneerde of sociaal wenselijke antwoorden. Maar in de praktijk laten ze zich bij het geven vooral leiden door hun buikgevoel.


Ik ben zelfs geneigd te denken dat klagen over het onethische karakter van fondsenwervingoproepen, eerder een afleidingsmanoeuvre is van de donateur om niet te moeten geven. Laat ons eerlijk wezen: de donateur geeft niet graag, hij moet er toe aangepord worden. Liefst van al wordt hij met rust gelaten.

Donateur heiliger dan het goede doel?


Nog een stapje verder, kunnen we ons het volgende afvragen: voor ons als fondsenwervers is de donateur heilig. Jawel, maar, is hij heiliger dan het goede doel? 

Laat ons even een gedachte experiment doen: Stel dat we het publiek de volledige vrijheid zouden geven: We sturen op een willekeurig moment in het jaar een brief met daarin enkel een lijst van de namen van goede doelen en de boodschap: “Schenk als je wil, schenk wat je wil, schenk aan wie je wil, schenk wanneer je wil” ; hoeveel zouden we dan nog krijgen?


Terwijl wij, als fondsenwervers en goede doelen, toch altijd in de weer zouden blijven om onze missie te verwezenlijken, ongeacht wat er gebeurt.

 Dus, ik vraag me af, wie mag de ethiek claimen? De donateur of het goede doel?


In het hele discours van donateurs zitten overigens rare paradoxen. Ze aanvaarden psychologische manipulatie als het er om gaat om verleid te worden tot de aankoop van – soms ronduit schadelijke – consumerproducten, zeg maar “slechte doelen”.
Maar als het gaat om het inzamelen van fondsen voor zaken die echt belangrijk zijn, van lévensbelang, – de goede doelen – dan vinden ze dat niet OK. Terwijl het beter net andersom zou zijn.

Fondsenwervers zijn geen mensen


Als ik de commentaren van de donateurs in de studie lees, komt bij mij de gedachte op: Fondsenwervers, dat zijn geen mensen. Of, in het beste geval, echte supermensen.

Want als het van de donateur afhangt, moeten Fondsenwervers altijd het goede doen, altijd eerlijk zijn in wat ze zeggen en doen, iedereen altijd in zijn vrijheid laten, iedereen altijd waardig behandelen, nooit schockeren, niet op zere of gevoelige voetjes trappen, altijd rationeel zijn, zich helemaal bloot geven én ... alles wat ze doen moet 100% lukken, … Kortom, al het menselijke is de fondsenwerver vreemd.


Het lijkt overigens wel dat ratio, vrijheid en ethiek, fondsenwerving in de weg staan. Vandaag meer dan ooit. Ook met Sinterklaas in gedachten, heb ik de indruk dat 'Wie stout is krijgt lekkers, wie braaf is de roe' eerder van toepassing is dan het traditionele omgekeerde. Brexit, Trump, post-truth politics ... allemaal fenomenen die er eerder op wijzen dat diegene die het spel vuil speelt, daar door het publiek voor beloond wordt en aan het langste eind trekt.


Soit, de vraag is: de cynische karikatuur die ik hier net geschetst heb, ontslaat die ons van de verplichting na te denken over en bezig te zijn met de ethiek van onze fondsenwervingspraktijken? Ik denk het niet.

Doelgerichtheid & Keuzevrijheid

Wat is voor mij het belang van de resultaten die voorliggen?
Eerst en vooral. Voor mij zijn de kernbegrippen 'doelgerichtheid' en 'keuzevrijheid' het meest van belang.

We hebben als fondsenwervers een opdracht: zo efficiënt mogelijk de middelen inzamelen om onze organisaties toe te laten zo maximaal mogelijk hun missies te kunnen verwezenlijken. In het belang van de effectiviteit en efficiëntie van onze fondsenwerving, moeten we zelf waken over de goede relaties met onze donateurs. We moeten een juist evenwicht vinden tussen onze 'push' om donateurs tot geven aan te zetten en de 'backpush' van de donateur die liever niet geeft.


Per definitie perken we de keuzevrijheid van de donateurs in. En dat is wat donateurs eigenlijk ook willen. Iedereen wil immers op een of andere manier verleid of op zijn minst geleid worden.

Fondsenwerving educatie

Tegelijk betekent het ook dat we een opdracht hebben om donateurs op te voeden qua fondsenwerving. Hen uitleggen hoe fondsenwerving werkt en waarom we het doen op de manier dat we het doen. Pas als donateurs dat (willen) begrijpen, beschikken ze over volwaardige keuzevrijheid.

Zoals gezegd is ethiek moeilijk te definiëren en is het niet éénduidig over alle donateurs en organisaties heen. Onderwerp en context, tijd en plaats en eigen waardenpatronen bepalen hoe men op iets zal reageren, of men iets ethisch of niet-ethisch gaat vinden.

Wat mij betreft ligt het initiatief bij de organisatie. Bepaal zelf je ethiek en deel die met je donateurs. En stel je de vragen
  • Sta ik recht in mijn schoenen?
  • Heb ik een aanvaardbare uitleg over wat ik doe, voor mezelf, voor de donateur?
  • Kan ik mijn donateurs recht in de ogen kijken?
  • Ben ik bereid een 'niet tevreden, geld terug' garantie aan te gaan?

Een conclusie is dan ook: converseer voldoende met je donateurs, zodat je ze leert kennen, zij weten wat je van hen verwacht en waarom je doet wat je doet en jij van jouw kant weet hoe je wie op welke manier moet benaderen.
Een RFM-segmentatie is niet meer voldoende, segmenteren op basis van voorkeuren en behoeften dringt zich dan op.


Tenslotte, wat de VEF-code betreft. Ga voor een code die geen 'wet' is, maar eerder een richtlijn die de basis is voor dialoog en ruimte laat voor een pragmatische, ad hoc, interpretatie.

En a propos: donateurs zijn sympathieke mensen!
Ik dank u.