dinsdag 22 januari 2013

Van VGPH naar PRO-H !


(Speech nav viering 10 jaar VGPH - 3 december 2012)

Proficiat met de 10de verjaardag van VGPH : Vlaamse Gebruikersoverleg voor Personen met een handicap.
Fijn zo’n verjaardag, maar ik ben toch ook wel een beetje blij dat ik het pas nu en op deze manier moet ontdekken en mij tot nog toe niet in de jungle van de zorg heb moeten begeven.

Ik zeg ‘jungle’, omdat ik mezelf na slechts een tweetal gesprekken met de mensen van het VGPH al wat meer ‘gehandicapt’ voel dan voordien: ik val hier in een sector met een ontzettend jargon en blijkbaar ook met een oerwoud aan administratieve procedures.

“ Het systeem is zo complex. Zelfs mensen uit de zorgsector zelf weten niet meer waar ze terecht kunnen. Veel mensen raken zelfs niet aan de juiste informatie. Ik besef dat mensen met een mentale handicap geen sexy onderwerp zijn voor politici …”

Dat is een citaat van kinderarts Ann die in HNB van 30 januari getuigt over de zorg voor haar gehandicapte broer; een verhaal dat voor jullie wellicht erg herkenbaar is.

Op de website van het VGPH vond ik tot mijn verwondering – en ook enigszins tot mijn opluchting, een woordenboek met maar liefst 78 pagina’s afkortingen en terminologie!

Ik word hier dus plots geconfronteerd met termen als Persoonsvolgende financiering, persoonsgebonden financiering,  Prioritair te bemiddelen personen, … en ‘Zorgregie’ - alsof het over film of theater gaat. Maar eigenlijk is het een mooi staaltje ‘new speak’ , want het gaat gewoon om het verdelen van (te) schaarse middelen onder rechthebbenden …

Dus, ja , ik sta hier vandaag ook als een persoon met een handicap, want ik versta het niet allemaal. Blijkbaar kan je in Vlaanderen alleen maar gehandicapt zijn als je hoogbegaafd bent of een supermens.

Maar anderzijds, als ik het goed begrepen heb, dient daar toch ook net het VGPH voor, om mensen informatie te verstrekken over het aanbod aan zorg en ondersteuning. En in die zin hebben we toch een match. Een belangrijk deel van wat het VGPH doet, draait om communicatie en het organiseren van communicatie: een achterban helpen om standpunten over bepaalde dossiers te helpen bepalen en vorm te geven, consensus creëren door verschillende  standpunten naar elkaar toe te brengen, standpunten overbrengen en kracht bij zetten naar diegenen die uiteindelijk moeten beslissen …

En laat dat nu ook net mijn expertise domein zijn: communicatie. Bij EthiCom zien we het als onze opdracht om non-profit of social-profit organisaties, te helpen bij het nadenken over een efficiënte communicatie en te ondersteunen om die communicatie uit te bouwen. Communicatie dan gericht op het overbrengen van de boodschap van die organisatie bij een extern publiek. We hebben het dan concreet over de verhalen en fondsenwervingvragen van NGO’s, sociale- en culturele organisaties.

Een van de redenen waarom ik in de communicatiebusiness zit, heeft te maken met mijn visie op communicatie, namelijk, communicatie dient om mensen samen te brengen en hen samen naar oplossingen te laten zoeken via argumentatie en kruisbestuiving, om zo te bouwen aan een wereld waarin iedereen zich herkent, zich thuis voelt, en begrijpt dat we maar zo vrij zijn om onze zin te doen in zoverre die de vrijheid van anderen niet in het gedrang brengt. Kortom, vertrekkend vanuit onze verschillende wereldbeelden, hoe zorgen we ervoor dat we mekaar respecteren en accepteren.

Daarbij ga ik er van uit dat heel wat van de problemen waarmee we in onze maatschappij geconfronteerd worden, eigenlijk communicatieproblemen zijn. En hoe ontstaan communicatieproblemen? Heel simpel: Je zet 2 mensen bij elkaar … en het is zover …

De Visie van VGPH, zoals ik die op de website lees, zegt dat “het VGPH wil dat personen met een handicap hun vrijheden, zoals alle mensen, kunnen uitoefenen. Alle Personen met een handicap hebben recht op kwaliteit van bestaan. Respect voor verschil moet er zijn. Personen met een handicap dragen bij aan de diversiteit van de samenleving. VGPH staat Personen met een handicap bij zodat zij sterker worden en kunnen participeren in de maatschappij.

De Missie van VGPH die daar op volgt zegt dat het VGPH Personen met een handicap ondersteunt, als lid van hun vereniging, om volwaardig deel te nemen aan het zorgbeleid.
Ondersteuning gebeurt
  • aan de overlegtafels;
  • via studiewerk;
  • door het informeren van Personen met een handicap en hun verenigingen;
  • door een platform te creëren voor overleg rond zorgregie en zorgvernieuwing.

VGPH waardeert de ervaringsdeskundigheid van personen met een beperking en wil empowerend en op vraag van Personen met een handicap ondersteuning bieden.

VGPH heeft 3 opdrachten
  1.  het ondersteunen van vertegenwoordigers van gebruikersorganisaties
  2.  informatie verstrekken aan Personen met een handicap over zorgregie
  3.  de klachtenprocedure beheren


In die visie, missie, opdracht omschrijving vinden we in die zin elementen terug die wijzen op ‘communicatieproblemen’: we willen dat mensen met een handicap hun vrijheden kunnen uitoefen, waarmee we impliceren dat dat vandaag niet het geval is of toch niet in voldoende mate. We willen respect voor het verschil, wat wijst op een gebrek aan respect. We willen dat personen met een handicap sterker worden en kunnen participeren in de maatschappij, wat betekent dat we er van uitgaan dat dat vandaag onvoldoende gebeurt …

De vraag die wij ons altijd stellen wanneer we met een organisatie op zoek gaan naar een communicatie- en fondsenwervingstrategie, luidt: Wat is de relevantie van de organisatie? Waar heeft VPGH over de afgelopen 10 jaar impact gehad? Wat is er veranderd? Wat indien de organisatie morgen niet meer zou bestaan, wat missen we dan?

Heeft het VGPH in de afgelopen tien jaar die visie en missie via haar specifieke opdrachten effectief, althans gedeeltelijk kunnen realiseren? Kunnen mensen met een handicap vandaag meer dan tien jaar geleden hun vrijheden uitoefenen? Is er meer respect voor het ‘verschil’? Staan personen met een handicap sterker op het vlak van inspraak en participatie?

Het is niet aan mij om daar over te oordelen, want daarvoor heb ik te weinig zicht op de evoluties van de afgelopen jaren in jullie ‘wereld’. Dat zijn vragen waarop jullie zelf het antwoord moeten formuleren, maar steeds met in het achterhoofd dat onze samenleving gebaseerd is op het afwegen van de belangen en behoeften van vele verschillende groepen binnen een context van altijd gelimiteerde middelen. Veel kan en mag, maar helaas niet alles. Altijd zullen er spanningsvelden bestaan tussen botsende belangen, de discussie over vraaggestuurd versus aanbodgestuurd, over zorg versus ondersteuning, over controle versus zelfbeschikking, over beroepskrachten versus ervaringsdeskundigen, over snel reageren versus brede consultatie, …

Belangrijk daarbij is het uit te gaan van het principe dat in het Neuro Linguistisch Programmeren gehanteerd wordt, namelijk dat ieder gedrag / alle communicatie vertrekt vanuit een positieve intentie. Maar dat de mate waarin een intentie als positief ervaren wordt, afhangt van het wereldbeeld dat ieder voor zich hanteert, de positie waarin je staat, de behoeften van waaruit je vertrekt. Zaak is al argumenterend en via uitwisseling van kennis en ervaringen samen op zoek te gaan om de verschillende uitgangspunten naar elkaar toe te brengen.

Er is mij gevraagd hier vandaag met jullie te reflecteren – een spiegel voor te houden aan het VGPH – om te bekijken of er andere pistes mogelijk zijn om met deze thematiek van zorgverlening en ondersteuning aan personen met een handicap om te gaan. Ik ga jullie een paar suggesties aanreiken, bijeengedacht vanuit mijn beperkte kennis over jullie sector, gevoed door een paar gesprekken en ervaringen die ik uit mijn eigen praktijk mee breng.

Misschien zijn ze er knal op, misschien zitten ze er dik naast. Verwacht van mij binnen dit bestek geen coherentie visie op jullie sector, jullie structuren, jullie verzuchtingen. Het zijn losse bedenkingen, die ik u meegeef voor wat ze waard zijn.

Ik kan alleen maar hopen dat ze jullie denkkader enigszins verruimen en helpen om het VGPH in de volgende decennia mee vorm te geven.


5 suggesties voor het VGPH
  1. Verander van naam
  2. Zorg voor vorming en opleiding van vertegenwoordigers
  3. Zet in op communicatie-instrumenten die standpunten kracht bij zetten / treedt naar buiten
  4. Zoek naar een oplossing voor de versnippering / Streef naar een structuur die de sector met 1 stem kan laten spreken
  5.  Verschuif het paradigma: zorgregie = managen van wachtlijsten -> zorgcreatie = afstemmen van zorg- en ondersteuningsaanbod op behoeften van rechthebbenden


Uitwerking 5 suggesties

1.    Verander van naam: mijn voorstel : PRO-H : Platform Rechthebbenden op ondersteuning bij een handicap

Ik weet het, naamsveranderingen liggen altijd gevoelig. En moeten we dan ook van logo veranderen? Aan welke lijdensweg zijn we dan begonnen?

Maar, een naam positioneert. Hij bepaalt mee vanuit welk standpunt je vertrekt. En je naam moet je een sterke uitgangspositie geven.

Geef toe: ‘VGPH’, een afkorting van dertien in een dozijn. Wat moet ik me daar in godsnaam bij voorstellen? Welk profiel geeft me dat? Een dergelijke afkorting geeft immers geen enkele inhoud weer.
Dat is een eerste, eerder vormelijk probleem dat ik met de huidige naam heb.

Maar ten tweede, en meer fundamenteel, stel ik me vragen bij het woord ‘gebruikersoverleg’, en nog meer specifiek het woord ‘gebruikers’. ‘Gebruikers’ betekent dat jullie van iets da er is ‘gebruik’ mogen maken. Het is een soort goodwill, een gunst die verleend wordt, die er vandaag is, maar morgen misschien niet meer. In die zin vind ik ‘gebruikers’ een zeer vrijblijvend woord. Het stelt je in een afhankelijke, ondergeschikte positie.

Daarom zou ik er voor opteren om het woord ‘Rechthebbende’ – waarvan ik begrepen heb dat het een term is die velen van jullie sowieso ook erg genegen zijn – te hanteren en te integreren in jullie naam. ‘Rechthebbende’ is niet vrijblijvend. Het plaatst je in een ‘eisende’ positie, waaraan anderen moeten tegemoet komen. Daarnaast houdt het ook verantwoordelijkheid in, immers, geen rechten zonder plichten.

Ik ga dus voor de naam ‘Platform Rechthebbenden op ondersteuning bij een handicap’, afgekort tot PRO-H, je kan nog discussiëren over de vorm die je aan de afkorting geeft, met of zonder tussen streepje.
En tegelijk heb je een afkorting mét inhoud, gemakkelijker te onthouden ook dan ‘VPHG’ of ‘VGPH’ of hoe zat de volgorde van de letters ook al weer  ….?

2.    Zorg voor vorming en opleiding van vertegenwoordigers door aanbieden van vormingen rond debattechnieken, woordvoerderschap, overtuigen, participatietechnieken, …

Een problematiek waarmee vertegenwoordigende organisaties steeds weer kampen, is een gebrek aan voldoende mensen die in overlegorganen willen zetelen en actief aan discussies en standpuntbepaling willen deelnemen. Daardoor kom je tot een zware vergaderbelasting bij een kleine groep vrijwilligers, die daar gaandeweg wel ervaring in opbouwen, maar dikwijls met vallen en opstaan de ‘trucken van de foor’ in de praktijk  moeten leren.

Er zijn daarvoor twee redenen:
  1. weinig mensen zijn van nature geneigd om spontaan verantwoordelijkheid op te nemen en hun nek uit te steken.
  2. Vele mensen denken dat ze zo’n vertegenwoordigende functie niet kunnen waarmaken omdat ze niet over de nodige expertise of vaardigheden beschikken

Het lijkt me dan ook een opdracht voor het VGPH om één actief op zoek te gaan naar voldoende vertegenwoordigers en twee er voor te zorgen dat er opleidingsmogelijkheden voorzien zijn voor vertegenwoordigers op het vlak van onderhandelingstechnieken, debattechnieken, woordvoerderschap …

Bij EthiCom hanteren we een specifieke formule: Engagement + professionalisme = impact

Daarmee bedoelen we dat ‘engagement’ een belangrijke voorwaarde is om als vertegenwoordiger van een groep op te treden, maar engagement of ook ervaringsdeskundigheid alleen is niet voldoende. Zeker wie in onderhandeling moet gaan met een overheid wordt geconfronteerd met vergadertijgers en politiek onderlegde tegenstanders die geselecteerd, opgeleid en gevormd zijn om de belangen van de administratie te verdedigen. Professionele onderhandelings en debatvaardigheden zijn dan nuttige instrumenten om strategieën te doorzien, te counteren … Daardoor kan de kans op resultaten gemaximaliseerd worden.

Ik trek even de parallel met het Minderhedenforum, de koepel van de koepels van organisaties van etnisch-culturele minderheden. In de voorbije jaren heb ik daar op verschillende tijdstippen mogen meewerken aan wat zij ‘leiderschapsprogramma’s’ noemen: projecten waarbij mensen uit hun doelgroep opgeroepen worden om verantwoordelijkheid op te nemen in de samenleving door te zetelen in cultuurraden, sportraden, overlegorganen allerhande, maar daartoe ook specifieke vorming kregen. Ik heb fantastische debat- en mediatrainingen mogen doen met jongeren en oudere mensen van etnisch-culturele minderheden. En voor henzelf waren dit telkens weer momenten waarop ze nieuwe inzichten kregen in de processen die in het ‘overtuigingsspel’ van belang zijn.

Wat belet het VGPH om dergelijke trajecten ook op te zetten voor de achterban, al dan niet in nauwe samenwerking met de lidorganisaties.


3.    Zet in op communicatie-instrumenten die standpunten kracht bij zetten / treedt naar buiten :

Daarmee bedoel ik: toon aan beleidsmakers dat standpunten gedragen zijn en dat adviezen eigenlijk dwingende adviezen zijn;
Maar ook, vertel aan de buitenwereld wat zorgregie is, wat er het belang van is, hoe het moet gebeuren, lobby rond omkering aanbod / vraag gestuurd en bouw daar draagvlak voor op.


In De Morgen las ik afgelopen weekend het volgende:
-     “Vlaamse overheid haalt quota voor diversiteit niet’
-     2,8% personeelsleden van Vlaamse Overheid is van vreemde origine ipv 4%
-     ‘Ook wat werknemers met een arbeidshandicap betreft zit de Vlaamse Overheid nog ver onder het streefcijfer uit het plan Gelijke kansen en diversiteit. Het streefcijfer voor 2015 daar werd vorig jaar al bijgesteld van 4,5 % naar 3 procent, maar in 2011 telde de Vlaamse overheid nog maar 1,2 procent werknemers met een arbeidshandicap. ‘Nog te veel entiteiten leveren onvoldoende inspanningen om de situatie te verbeteren’, luidt het.

Jullie zijn een verborgen groep, weggestoken thuis of in instellingen, bijna verplicht in jullie eigen wereldje te blijven. Jullie lopen niet in de kijker zoals de allochtone gemeenschap die automatisch het straatbeeld bepalen in sommige steden.

Een brave groep ook. Jullie zijn niet gevaarlijk, brengen de traditionele waarden van onze samenleving niet in gevaar zoals bijvoorbeeld de holebigemeenschap die met hun Prideparades alle nieuwsjournaals halen.

Dat is wellicht een deel van de verklaring waarom de verzuchtingen vanuit personen met een handicap niet echt luid klinken. Anderzijds maken jullie ook deel uit van een samenleving waarvan solidariteit met zwakkeren een wezenlijk kenmerk uitmaakt. En waarin toch ook wel aanzienlijke middelen en vooral structuren uitgebouwd zijn om aan behoeften te voldoen. Maar medelijden en solidariteit worden wellicht nog te veel als synoniemen gezien en is er te weinig aandacht voor zelfbeschikking.

Ik situeer mijn suggestie hier op twee niveau’s:

  1. een niveau van rechtstreekse onderhandeling met de administratie en het beleid
  2. een niveau van communicatie met de samenleving


1. Vertegenwoordiging

Wat ik uit de enkele gesprekken met medewerkers van het VGPH in de voorbije dagen begrepen heb, is dat er zich eerst en vooral een problematiek stelt op het vlak van de standpuntbepaling binnen de sector zelf.

Als vertegenwoordiger van een belangenorganisatie vertegenwoordig je niet enkel jezelf, maar breng het standpunt van een achterban over. Maar ik stel me levendig voor dat het opbouwen en aftoetsen van standpunten zelfs bij de eigen organisatie, laat staan bij andere organisaties, geen sinecure is. In welke mate komen immers de overleg momenten met de administratie overeen met de vergadermomenten binnen mijn vereniging, welke impact hebben argumenten van andere partijen op mijn eigen positie en hoe snel kan ik die aanpassen? Wanneer treed ik eigengereid op en wanneer verlies ik mij in de participatieve basisdemocratie? En hoe zwak of hoe sterk sta ik als vertegenwoordiger tegenover een administratie die mijn legitimiteit of de representativiteit van mijn standpunt misschien in twijfel trekt?

Geen gemakkelijke vragen en dus ook geen gemakkelijke antwoorden.

Wat bij mij opkomt, is dat we hier nu vandaag internet en social media hebben als instrumenten die we kunnen inzetten voor overleg en als een broedplaats voor menigsvorming. Daar zit misschien een opportuniteit om uit het kransje van steeds dezelfde geëngageerde opinievormers te breken door vragen rechtstreeks aan een bredere achterban te kunnen voorleggen, waarbij we niet iedereen rond dezelfde tafel moeten brengen maar ieder op zijn ritme elementen en argumenten kan toevoegen en aanpassen om tot een breder gedragen standpunt te komen. Het laat toe om een standpuntbepaling te documenteren en om aan te tonen dat er een evenwichtige afweging gebeurt is, vooraleer een standpunt op de officiële onderhandelingstafel te leggen?

2. Publieke opinie

Afgelopen zaterdag was het 1 december, werelddag tegen Aids. Dat zorgt nu al 20 jaar lang voor massale mediabelangstelling.
Vandaag is het 3 december, werelddag voor personen met een handicap. Waar blijft de massale media-aandacht?

Het is een typisch voorbeeld van de problematiek waar jullie als sector van personen met een handicap mee worstelen. Ook hier weer, jullie zijn niet sexy, niet voor politici en niet voor de media.

Dat heeft ook invloed op de standpunten die bijvoorbeeld via het VGPH worden ingenomen. Dringen die standpunten ook door buiten de geëigende overlegfora? Zorgen we daar überhaupt zelf voor? Verankeren we m.a.w. onze standpunten ook in de publieke opinie waardoor het voor een administratie ineens veel moeilijker wordt onze zienswijze te negeren of naast zich neer te leggen?

Vragen die ik daarover bij de mensen van het VGPH noteerde zijn bijvoorbeeld:

  •  Hoe kunnen we als platform naar buiten treden? Hoe zorgen we dat gebruikers beter gehoord worden?
  • Blijven we bij braaf deelnemen aan overleg en consensusvorming?
  • Gaan we opiniestukken schrijven?
  • Gaan we petities organiseren?
  •  Gaan we betogen?

Eigenlijk is het niet aan mij daar antwoorden op te formuleren. Maar een van de waarden die we bij EthiCom hanteren is ‘mondigheid’ en ‘opkomen voor zijn gedacht’ en dat ook kenbaar maken. Dat kan op vele manieren gebeuren.

Zo heb ik met veel belangstelling en verwondering gekeken naar het G500-initiatief in Nederland. Geïnspireerd door de G1000 hier bij ons, maakten groepen jongeren zich lid van verschillende partijen en trokken dan naar de verschillende partijcongressen om er hun programmapunten door te drukken. Met de macht van het getal slaagden ze daar in een aantal gevallen ook effectief in. Stel je voor dat alle partijcongressen zich plots geconfronteerd zien met een invasie van mondige, goed voorbereide personen met een handicap, die rechtstreeks het partijprogramma komen bijsturen …

Een ander voorbeeld: In Media Marketing las ik vorige week:

“TBWA kraakt mee met 6 andersvaliden”
“TBWA (een reclamebureau) kraakte samen met 6 andersvaliden een huis in Koekelberg om aandacht te vestigen op de lange wachtlijst voor een aangepaste woning voor mensen met een beperking en een beperkt budget. In het kraakpand nam TBWA en videoclip op: een eigen versie van het nummer ‘Our House’ van Madness met de titel “You can’t live in a waiting list’. Op de website kraakmee.be kunnen bezoekers het huis virtueel kraken om de actie te ondersteunen.”

Mij was het ontsnapt, maar over de actie werd bericht in 13u Journaal van de VRT, in Belang van Limburg, De Standaard, de Streekkrant, Krant van West-Vlaanderen … Nog geen massale mediabelangstelling, maar wel een actie met potentieel en niet onmiddellijk wat van personen met een handicap verwacht wordt …

Om maar te zeggen, als je gehoord wil worden gaat het Sint-Niklaasliedje ‘Wie braaf is krijgt lekkers’ niet op. Integendeel, “Wie braaf is wordt niet gehoord , wie stout is krijgt de megafoon …”

4.    Streef naar een structuur die de sector met 1 stem kan laten spreken: zoek naar een oplossing voor de versnippering

Ik laat me vertellen  dat het VGPH niet de woordvoerder is voor personen met een handicap. Dat kan wel zijn, maar wie dan wel? Inclusie Vlaanderen, de Katholiek Vereniging van Gehandicapten …? Wellicht kan geen enkele van de lidorganisaties die rol van ‘stem van de sector’ vertolken? Voor zover ik een en ander kan beoordelen, is versnippering troef in de wereld van de personen met een handicap.

Maar wat moet je vaststellen? Groepen die succesvol zijn, zijn groepen die met 1 stem spreken … Dat zie ik gebeuren als het Minderhedenforum – als koepel van de koepels van verenigingen van etnisch-culturele minderheden – als spreekbuis optreedt in het debat over integratie en migratie, of als çavaria het woord voert in naam van de Holebibeweging.

Versnippering heeft ook invloed op de communicatiekracht die je als groep kan ontwikkelen. Zo is het voor elke individuele organisatie bijzonder moeilijk om sensbiliserings- of lobbycampagnes te voeren die echt impact genereren. De financiële middelen om mediaruimte te kopen of om massaal te mobiliseren, is gewoon te klein. Dat is overigens een euvel dat zich in de hele non-profitsector voordoet. Samenwerking, samen campagnes voeren, is hier wat mij betreft het ordewoord.

En overigens, als het gaat om campagne voeren rond discriminatie en gelijke rechten, waar blijft dan een campagne van personen met een handicap, minderheden, holebi’s en vrouwen te samen?

Maar wie neemt het voortouw? Kan hier het VGPH een rol spelen?


5.    Verschuif het paradigma: zorgregie = managen van wachtlijsten -> zorgcreatie = afstemmen van zorg- en ondersteuningsaanbod op behoeften van rechthebbenden

Wat ik hier suggereer is: Maak van het VGPH een broedplaats voor ideeën rond zelfbeschikking en het ontwikkelen van ideeën rond eigen initiatief.

Ik ben niet echt vertrouwd met de verschillende structuren en organisaties en de verschillende rollen die bestaan binnen jullie wereld van personen met een handicap.

Maar ik merk wel dat jullie binnen de context van het ‘gebruikersoverleg’ weliswaar kunnen participeren en hier en daar mee beslissen over aangeboden zorg- en ondersteuningdiensten. Maar toch kan ik me niet van de indruk ontdoen dat dat altijd in een context van afhankelijk gebeurt. Afhankelijkheid die jullie misschien onbewust ook mee in stand houden.

Als ik kijk naar een paar titels in kranten van het afgelopen jaar :

  • -       Lange wachtlijsten voor zorgcentra, TV Oost, 15 maart
  • -       Record gehandicapten staat op wachtlijst, De Tijd, 16 maart
  • -       Blijdorp klaagt het opvangprobleem aan, HLN, 16 maart
  • -       Studiogesprek met Jo Vandeurzen en Marc Van gestel over de lange wachtlijsten in de gehandicaptenzorg, Ter Zake, VRT, 19 maart
  • -       5000 gehandicapten wachten al 2 jaar op zorg, GvA, 24 april
  • -       16.752 gehandicapten op wachtlijst dringende zorg, 30 april
  • -       Moet Evy haar jaar overdoen omdat er nergens plaats is?, HNB, 3 mei
  • -       Ouders kinderen met handicap protesteren tegen wachtlijsten, HNB, 7 juni
  • -       Ouders vinden geen opvang voor gehandicapt kind, Het nieuwsblad, 7 juli
  • -       Wantoestanden, Dag Allemaal, 16 oktober
  • -       wachtlijst voor gehandicapten is een etterende wond, De Morgen 18 oktober
  • -       wachtlijst gehandicapten was nog nooit zo lang : Belang van Limburg 9 november


Allemaal titels die op een of andere manier aangeven dat de wachtlijsten het probleem zijn en dat de overheid dat voor ons moet oplossen.

Een andere waarde die wij bij EthiCom hanteren is ‘zelfredzaamheid’. Opkomen voor je rechten maar waar mogelijk ook zelf de teugels in handen nemen en zelf oplossingen creëren.

Dat is wat we ook terughoren bij het verhaal van de personen met een handicap die een huis kraken en samen met een reclamebureau daar een campagne rond bouwen. Ze doen dat niet zozeer om het bestaan van de wachtlijsten aan te klagen, wel om hun coöperatieve vennootschap ‘Inclusie Invest’ in de markt te zetten: een coöperatie waar Personen met een handicap of hun vertegenwoordigers de touwtjes in handen nemen om zelf huizen te gaan bouwen … gedaan met wachten op anderen. We doen het zelf.

Inclusie Invest is gelukkig overigens geen alleenstaand geval. Want naast de titels die ik hier daarnet heb aangehaald, vond ik ook de volgende terug:

  • -       Flessendopjes voor blindengeleide honden, HNB, 26 januari
  • -       Nieuwe vereniging voor georganiseerde zorg voor mensen met een handicap, Belga, 18 maart
  • -       Dus hebben we maar zélf een dagopvang gebouwd, Dag Allemaal, 15 mei
  • -       Crèche vangt ook peuters met handicap op, HLN, 26 mei
  • -       Wij pakken de wachtlijsten aan, BvL, 31 mei


Titels die wijzen op mensen die zelf initiatief nemen.

Dus, maak van VGPH gebruik, niet alleen om na te denken over verdeling van schaarse middelen, zoals dat vandaag het geval is. Vanuit die redenering kan je inderdaad instrumenten proberen te verzinnen om onderhandelingen over die schaarse middelen te stroomlijnen. Via welke vaste criteria kunnen prioriteiten bepaald worden, wie geven we welk rugzakje mee, moeten we de schaarse middelen gaan veilen …?

Maar het echte out of the box denken lijkt me te bestaan in creatief denken over hoe de schaarste op te heffen? Hoe kunnen we de middelen uitbreiden of behoeften verminderen? En ook hier weer zal samenwerking tussen de partners binnen het speelveld een belangrijke rol spelen, maar kan ook gedacht worden aan partnerschappen met andere partijen buiten de eigen sector.

Kortom, een boeiende oefening voor het VGPH voor de komende jaren, eens het feestgedruis voor de tiende verjaardag is gaan liggen, lijkt me te zijn:

hoe evolueren we van een overlegplatform over de verdeling van schaarse middelen,
via een boorplatform naar creatieve ideeën
tot een lanceerplatform van nieuwe initiatieven?

Ik dank u voor uw aandacht.

Koen Van den Broeck
EthiCom cvba

Geen opmerkingen:

Een reactie posten